Soms wil je als teamleider heel graag een bepaalde clubgenoot in de opstelling van je zaterdagteam. Meestal omdat het een sterke speler is met een goede kans op winst. Soms omdat je iemand nodig hebt met een grote auto. Of omdat diegene een gezellige bijdrage aan de naborrel kan leveren.
Voor de uitwedstrijd van EGS 1 tegen De Baronie 2 van afgelopen zaterdag wilde ik Rob van Esch graag in ons achttal opnemen. Helaas, helaas, hij gaf de voorkeur aan een potje in EGS 2. Waarom wilde ik Rob opstellen? Omdat onze tegenstanders van zaterdag ook een Rob van Esch in hun gelederen hebben. Rob van Esch – Rob van Esch, het leek mij hilarisch. Ik zag de servers in het KNSB-hoofdkwartier al rokend tot een meltdown komen.
Maar goed, geen Rob van Esch dus aan onze kant. Aan hun kant wel. En wat wil het toeval… ik mocht nu zelf tegen hem spelen. Vroeg in de partij schoot de gedachte me te binnen: een kop voor het verslag heb ik al. ‘Het is allemaal de schuld van Rob van Esch’. Wist ik veel. Toen.
Eerst maar eens wat andere wedstrijdontwikkelingen, het blijft een verslag, nietwaar? De Baronie is een ervaren en homogeen team, maar we dachten dat hier misschien ook wel de eerste kans op matchpunten lag. Helemaal toen Erik Hamers een toren won en, na enig kansloos tegenspartelen van Bredase kant, EGS op een 0-1 voorsprong zette.
Bram van Huijgevoort leek wel recht vanuit de opening naar een eindspel gegaan en kwam tot een snelle remise. Jonathan van Heinsbergen had een pionnetje meer in een open stelling, maar nam ook genoegen met remise. Dat leek toen een prima beslissing. Maar ja, toen wist ik nog niet wat ik nu weet over die dekselse Rob van Esch (die uit Breda).

Voor de lol even een tussen-diagrammetje. Hier heb ik met wit zojuist 15. Tfd1 gespeeld. Druk op de d-lijn, een soort-van-gepende loper op d7, de pion op e6 die ook niet zo jofel staat… ik dacht hier wel prima te staan, zeker toen Rob voor het passieve (maar degelijke) antwoord 15… Pb8 koos. (De computer geeft zwart overigens een klein plusje na 15… Tc7.)
Pascal was de eerste aan EGS-kant die verloor. Na een interessante opening en middenspel zat er ergens een wending in die onze kopman in het nadeel bracht en toen was het snel bekeken. 2-2 dus en we zitten nu in de fase in de wedstrijd dat de klok een woordje mee gaat spreken en het adagium ‘haasten naar de 40’ is. Peter Paul van der Schoot had een stuk geofferd voor een koningsaanval en probeerde met een uur voorsprong op de klok een fout bij zijn tegenstander af te dwingen. Toen dat niet leek te gaan lukken, nam hij (verstandig) het remiseaanbod aan.

En Rob van Esch dan, hoor ik u denken? Die won zijn partij in Den Bosch tegen HMC Calder 6. En die uit Breda? Die had ook wel iets minder tijd, maar niet ernstig. Na een pionnenstormpje op de koningsvleugel koos hij op zet 32 voor Kf8 en ontstond deze stelling. Die laatste zet is niet zo’n beste. Het is nu +1,4 voor wit, zegt mijn computer. Ziet u de zet? Ik zag hem wel! (deze wel ja…)
Zometeen het slot. Nu eerst nog even de dramatische aanloop. Op bord 8 voegde Wim Krijbolder een remise toe aan het totaal. Hoe het in de slotfase precies is gegaan heb ik niet gezien, maar het eindigde naar verluidt in eeuwig schaak. Het was een interessante partij met tegengestelde rochades, als ik me niet vergis een pion meer voor Wim, maar wel een gammele koningsstelling. Vervolgens kwam De Baronie voor het eerst in de middag op voorsprong omdat Bart Plasmans verloor. Van wat ik er achteraf over hoorde was dat onnodig (wanneer is het dat niet?), maar het gebeurde, helaas voor hem en ons, wel.
Tussenstand 4-3 dus. En Rob van Esch en ik nog bezig. In de vorige stelling vond ik de zet die naar voordeel leidt: 35. c5! Dreigt een pionvork én een aanval op het gepende paard op d7 en daarnaast opent het de stelling voor het loperpaar. Na nog wat zetten in lichte tijdnood (niet altijd de optimale maar wel goede) ging het uitgerekend op zet 40 voor de eerste keer mis.

Hier had ik voor 40. Dh6+ moeten kiezen. En als de dame binnen komt, rolt die de hele zwarte stelling op. Maar ja, in een partij waarin het bijna de hele middag om de beheersing van de d-lijn was gegaan, wilde ik die niet zomaar opgeven en speelde 40. Dd4. Nog steeds niet beroerd, wit heeft nog voordeel, maar… wat moet wit op zet 44 in deze stelling vooral niet doen?

Lekker de koning in het spel brengen, ‘altijd goed in het eindspel’. 44. Kf2? Nee dus! Rob van Esch had het wel gezien en ik niet. Of nou ja… zoals dat gaat… een milliseconde na het indrukken van de klok wel. Dan volgt 44… Pxc3! De gepende dame hangt ineens en na de gedwongen afruil (45. Dxb6 Pxd1+ 46. Ke1 axb6 47. Kxd1) is de mooie vrijpion op c6 ten dode opgeschreven en wint zwart het eindspel.
Tenminste, zwart had het eindspel kunnen winnen. Nu is Rob van Esch de beroerdste niet (die eigenschap deelt ie met zijn Goirlese naamgenoot) en bood hij een paar zetten later remise aan. Maar het effect is hetzelfde: weer een nederlaag voor EGS 1. Met 4,5-3,5 bij De Baronie 2. En dat is dus allemaal de schuld van Rob van Esch. Dat u het maar weet…